Psalmen 16
Het Boek
16 Een speciaal lied van David.
Zorg voor mij, mijn God,
ik zoek mijn bescherming bij U.
2 Ik zei tegen de Here:
‘U bent mijn God,
er is niets of niemand beter dan U.
3 Als ik kijk naar de andere mensen die U volgen,
wordt mijn hart warm van blijdschap.
4 Mensen die afgoden nalopen,
worden getroffen door veel ellende.
Ik zal nooit aan hun afgoden offeren,
zelfs hun namen zal ik niet noemen.
5 Here, U bent alles wat ik bezit en ooit begeer
U leidt mijn hele leven.
6 U geeft mij meer dan ik nodig heb
en alles wat ik van U ontvang,
geeft mij grote vreugde.’
7 Ik loof de Here,
die mij steeds de weg wees.
Zelfs wanneer ik slaap, leidt Hij mij.
8 Ik heb de Here altijd voor ogen,
Hij leidt mij en houdt mij overeind.
9 Daarom is er vreugde in mijn hart
en ben ik gelukkig.
Zelfs mijn lichaam
is veilig bij Hem.
10 U zult mij niet
in het dodenrijk laten liggen.
U zult het lichaam van uw beminde niet
laten vergaan.
11 U leert mij hoe ik leven moet,
mijn grootste vreugde is dicht bij U te zijn.
Uw liefde is er tot in eeuwigheid.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.